Paragrafen

De begrotingssubsidie aan Jeugdfonds Sport en Cultuur t.b.v. uitvoering samenwerkingsovereenkomst voor 2023 en 2024 voor een bedrag van € 100.000 (beleidsdoel 7-2)
In de uitwerking van de Startnotitie Sport en Recreatie legt de provincie een groot belang om meer jeugd, met een focus op jeugd uit gezinnen met een laag inkomen, te laten voldoen aan de beweegnorm. Deze subsidie geldt voor de jaren 2023 en 2024 en is bedoeld voor activiteiten die gericht zijn op het stimuleren van jeugd tot 18 jaar om te starten met sporten/bewegen, specifiek voor de jeugd met ouders met een kleine beurs. De dekking vindt plaats vanuit bestaande exploitatiemiddelen in beleidsprestatie 7-2-1 Recreatie, Sport, Kennisontwikkeling en Innovatie.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 7-2-1 Recreatie, Sport, kennisontwikkeling en Innovatie. Dit draagt bij aan stimulering van beweging door jeugd.
Als alternatief voor het instrument subsidie is opdrachtverstrekking overwogen. Subsidie is het meest geëigende instrument. De provincie levert een bijdrage aan het stimuleren van beweging door de jeugd.
Gevraagd wordt aan provinciale staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 100.000 en deze op te nemen in de begroting.

De begrotingssubsidie aan Vereniging IVN Zuid-Holland t.b.v. Programma Mens en Natuur van € 727.559 te verhogen met € 32.013 naar een bedrag van € 759.572 (beleidsdoel 7-2)
Het programma Mens en Natuur zorgt voor het verbinden van natuurbeleving met maatschappelijke relevante onderwerpen zoals natuur, gezondheid, sociale cohesie, duurzame natuurgerichte recreatie en biodiversiteit. De uitvoering van het programma is belegd bij IVN. Zij voert de activiteiten van dit programma uit samen met de vrijwilligers van de IVN-afdelingen en diverse partners. Voor de jaren 2023 en 2024 is inmiddels een subsidie verstrekt. Hierin is nog geen rekening gehouden met indexatie voor 2024. Daartoe dient de verhoging van deze subsidie. Deze subsidie past binnen bestaande exploitatiemiddelen in beleidsdoel 7-2 Gezonde en bewegingsvriendelijke leefomgeving.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 7-2-1 Recreatie, Sport, kennisontwikkeling en Innovatie . Dit draagt bij aan vergroten van natuurkennis, natuurbeleving en stimuleren en ondersteunen van inzet van burgers voor en in het groen. (Groenparticipatie)
Er zijn alternatieven voor het instrument subsidie overwogen. Het gaat hier om ondersteunende activiteiten die IVN uitvoert en waarmee in ZH groenbeleving en vrijwilligers op velerlei worden ondersteund. Naar huidige inzicht lijkt de begrotingssubsidie hiervoor het meest geëigende instrument
Gevraagd wordt aan provinciale staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 759.572 en deze op te nemen in de begroting.

De begrotingssubsidie aan Stichting Zuid-Hollands Landschap t.b.v. Programma De Groen Motor van € 870.866 te verhogen met € 38.318 naar een bedrag van € 909.184 (beleidsdoel 7-2)
Het programma De Groene Motor zorgt voor een ondersteunende infrastructuur voor alle groene vrijwilligers in Zuid-Holland. Hierbij is veilig en professioneel werken van belang. De uitvoering van het programma is belegd bij het Zuid-Hollands Landschap, waarbij De Groene Motor een zelfstandige positie binnen deze organisatie heeft. Voor de jaren 2023 en 2024 is inmiddels een subsidie verstrekt. Hierin is nog geen rekening gehouden met indexatie voor 2024. Daartoe dient de verhoging van dit subsidie. Dit subsidie past binnen bestaande exploitatiemiddelen in beleidsdoel 7-2 Gezonde en bewegingsvriendelijke leefomgeving.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 7-2-1 Recreatie, Sport, kennisontwikkeling en Innovatie. Dit draagt bij aan het vergroten van de groenbeleving en betrokkenheid van de Zuid-Hollandse burger door het stimuleren en ondersteunen van inzet van burgers voor en in het groen. (Groenparticipatie)
Er zijn alternatieven voor het instrument subsidie overwogen. Het gaat hier om ondersteunende activiteiten die ZHL uitvoert en waarmee in ZH groenbeleving en vrijwilligers op velerlei worden ondersteund. Naar huidige inzicht lijkt de begrotingssubsidie hiervoor het meest geëigende instrument
Gevraagd wordt aan provinciale staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 909.184 en deze op te nemen in de begroting.

Voor Subsidieregeling beheer recreatiegebieden Zuid-Holland het plafond van € 5.700.000 te verhogen met € 830.000 naar een bedrag van € 6.530.000 voor de jaren 2023 t/m 2025 (beleidsdoel 7-2)
In 2022 is de subsidieregeling beheer recreatiegebieden Zuid-Holland vastgesteld. De subsidieregeling gaat ervan uit dat de gemeente(n) en de eigenaar minstens 60% van de kosten voor het beheer voor hun rekening nemen. De bijdrage van de provincie is maximaal 40% of zoveel lager als dat het budget beschikbaar is. In de begroting 2023 is het plafond voor deze subsidieregeling vastgesteld op € 5.700.000. Dit is inclusief € 900.000 van amendement 733 voor de subsidies in 2023. Op basis hiervan zijn 2 openstellingsbesluiten vastgesteld te weten voor 2023 van € 2.500.000 en voor 2024 en 2025 van € 3.200.000. In dit plafond was het indexatiebudget 2023 van € 180.000 nog niet opgenomen. Deze indexatie werkt ook door in de budgetten voor 2024 en 2025. Daarnaast is er voor 2024 sprake van een indexatie van 8,2%. Toepassen van deze indexaties leidt tot een plafond van € 6.530.000. Met de toevoeging van de indexatie aan het plafond kunnen door GS de bedragen van de openstellingsbesluiten 2023 en 2024/2025 met de indexatie worden verhoogd en kan daarna de verhoging van de reeds toegekende subsidies plaatsvinden.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 7-2-1 Recreatie, Sport, kennisontwikkeling en Innovatie. Dit draagt eraan bij dat de voor de inwoners van Zuid-Holland belangrijke recreatiegebieden schoon, heel en veilig zijn en blijven.
De afweging van alternatieven voor het instrument subsidie heeft plaatsgevonden voor de vaststelling van de Subsidieregeling beheer recreatiegebieden. Subsidie is het meest geëigende instrument, aangezien het om terreinen van derden gaat waarvoor de provincie een bijdrage levert aan de beheerkosten.
Gevraagd wordt aan Provinciale Staten om het plafond vast te stellen op een bedrag van € 6.530.000 en deze op te nemen in de begroting.

Voor Subsidieregeling beheer recreatiegebieden Zuid-Holland het plafond van € 5.700.000 te verhogen met € 830.000 naar een bedrag van € 6.530.000 voor de jaren 2023 t/m 2025 (beleidsdoel 7-2)
In 2022 is de subsidieregeling beheer recreatiegebieden Zuid-Holland vastgesteld. De subsidieregeling gaat ervan uit dat de gemeente(n) en de eigenaar minstens 60% van de kosten voor het beheer voor hun rekening nemen. De bijdrage van de provincie is maximaal 40% of zoveel lager als dat het budget beschikbaar is. In de Begroting 2023 is het plafond voor deze subsidieregeling vastgesteld op € 5.700.000. Dit is inclusief € 900.000 van amendement 733 voor de subsidies in 2023. Op basis hiervan zijn  2 openstellingsbesluiten vastgesteld te weten voor 2023 van € 2.500.000 en voor 2024 en 2025 van € 3.200.000. In dit plafond was het indexatiebudget 2023 van € 180.000 nog niet opgenomen. Deze indexatie werkt ook door in de budgetten voor 2024 en 2025. Daarnaast is er voor 2024 sprake van een indexatie van 8,2%. Toepassen van deze indexaties leidt tot een plafond van € 6.530.000. Met de toevoeging van de indexatie  aan het plafond kunnen door GS de bedragen van de openstellingsbesluiten 2023 en 2024/2025 met de indexatie worden verhoogd en kan daarna de verhoging van de reeds toegekende subsidies plaatsvinden. De dekking wordt gevonden in de bestaande budgetten onder beleidsprestatie 7-2-1 Recreatie, Sport, kennisontwikkeling en Innovatie.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 7-2-1 Recreatie, Sport, kennisontwikkeling en Innovatie. Dit draagt eraan bij dat de voor de inwoners van Zuid-Holland belangrijke recreatiegebieden schoon, heel en veilig zijn en blijven.
De afweging van alternatieven voor het instrument subsidie heeft plaatsgevonden voor de vaststelling van de Subsidieregeling beheer recreatiegebieden. Subsidie is het meest geëigende instrument, aangezien het om terreinen van derden gaat waarvoor de provincie een bijdrage levert aan de beheerkosten.
Gevraagd wordt aan Provinciale Staten om het plafond vast te stellen op een bedrag van
€ 6.530.000 en deze op te nemen in de begroting.