Wat gaan we doen om het beleidsdoel te realiseren?

In deze beleidsprestatie verloopt het merendeel van de uitgaven in de vorm van subsidietoekenningen. Een aanzienlijk deel van de verantwoordelijkheid voor de realisatiekracht ligt daarbij in eerste instantie bij de externe subsidieontvangers. Veelal is de voortgang conform oorspronkelijke afspraken. Maar daarnaast ontstaat er elk jaar op enkele plekken vertraging in de gesubsidieerde activiteiten. Verder kan het voorkomen dat er minder animo is dan gedacht op een opengestelde subsidieregeling, waardoor het beschikbaar gesteldebudget niet volledig wordt benut en een overtollig overschot terugvloeit naar de algemene middelen. Tot slot wordt van subsidies die in een jaar worden afgerond soms bij eindafrekening aangegeven dat niet alle activiteiten konden worden uitgevoerd en wordt er daarom geld aan de provincie teruggegeven. Zie in dit verband voor 2023 ook de tekst bij Beleidsdoel 4-2-1.
De belangrijkste nadere bijstellingen op subsidies zijn:

• Bij de MIT-subsidieregeling voor innovatie in het MKB (circa € 14 mln subsidie per jaar, gefinancierd door zowel Rijk als provincie Zuid-Holland) wordt voor het eerst sinds de start in 2015 verwacht dat het opengestelde jaarbudget voor haalbaarheidsonderzoeken niet volledig zal worden benut. Schatting is dat er € 0,9 mln onderbesteding zal zijn in 2023; het betreft hiervan € 0,5 mln rijksmiddelen en € 0,4 mln provinciemiddelen. Het laatste bedrag wordt bij najaarsnota teruggegeven aan de algemene middelen. Met de aantekening dat deze middelen uiteraard pas na het einde van de plafondperiode (31 december 2023) heringezet kunnen worden. Het overtollige rijksdeel moet tot eindafrekening met het Rijk worden bewaard op de balans van de provincie.
• De provinciale cofinanciering op subsidies uit het Europees fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) van de vorige Europese periode 2014-2020 wordt momenteel afgerond en vastgesteld. Naar verwachting valt van de totale toekenningen van circa € 13 mln nu € 0,3 mln vrij en deze middelen vloeien terug naar de algemene middelen van de provincie.
  Voor de nieuwe Europese periode 2021-2027 is de besteding in 2023 van de provinciale cofinanciering tot nu toe juist ingeschat. Doordat de toekenningen per dossier vaak boven een bepaald grensbedrag liggen, in plaats van er onder, moeten de lasten nu worden verdeeld over de jaren van de subsidielooptijd in plaats van deze in één keer te verantwoorden ten laste van het verleningsjaar 2023. Er wordt daarom € 0,9 mln verplaatst van 2023 naar latere jaren.
• De subsidies uit de openstelling 2022 voor regionale campussen van nationaal belang zijn in de eerste helft van 2023 toegekend en administratief verwerkt. De werkelijke verdeling van de middelen over de jaren van de subsidielooptijd wijkt af van de schatting vooraf. Er wordt daarom € 0,4 mln budget uit 2023 verplaatst naar 2025 en 2026.
• Bij het onderwerp Aerospace is een nieuw uitvoeringsschema ontvangen voor subsidiedossier Fablab (het maken van een laagdrempelig toegankelijke plek op het ESTEC terrein in Noordwijk waar snel nieuwe ideeën en concepten uitgeprobeerd en getest kunnen worden door ingenieurs en wetenschappers van ESTEC). Het gevolg hiervan is dat er € 0,3 mln aan lasten wordt verantwoord in 2023 die in 2024 waren begroot. Deze budgetverschuiving wordt in deze Najaarsnota verwerkt.
• Voor de Maakfabriek (Leerpark Drechtsteden) is looptijdverlenging aangevraagd en verleend. De gefaseerde activiteiten worden later in de tijd uitgevoerd. Het effect is een lastenverschuiving van € 1 mln van 2023 naar 2024 en verder.
• In Delft bevindt zich het middelpunt van de regio voor de biotechnologiesector (eiwittransitie). De provincie heeft subsidiemiddelen klaar staan voor het stimuleren van de samenwerking tussen betrokken bedrijven, overheden en kennisinstellingen. De beoogde netwerk-ontwikkeling ‘proteinport’ zal naar recente inschatting in 2024 vorm krijgen. Het budget van € 0,2 mln wordt deze najaarsnota verplaatst van 2023 naar 2024.

De belangrijkste overige bijstellingen zijn:

• Vanuit het ‘innovatieteam’ dat onder meer de Startup in Residence programma’s beheert wordt budget afgestaan aan het onderwerp greenports waar dringend behoefte bestond aan extra ruimte voor intensivering (€ 0,2 mln).
• Voor het Startup in Residence Intergov programma is in de eerste helft van 2023 duidelijk geworden hoe met de andere vijf deelnemende overheden zal worden verrekend. De administratieve gevolgen worden verwerkt deze najaarsnota; het betreft lastenverantwoording van € 0,6 mln en een even grote baat voor te ontvangen inleg van de partijen (€ 0,6 mln).
• Er worden enkele kleine gedeelten van budgetten verplaatst van 2023 naar 2024 wegens uitloop van aangegane verplichtingen met derden of actuele projectplanningen die langer doorlopen (€ 0,3 mln; onder meer Breed MKB en ACCEZ).
• In 2018 is in het programma voor Regionale gebiedsgerichte projecten gestart (€ 7 mln). De uitvoeringsperiode is achter de rug en er is een laatste ongebruikt restant van € 0,2 mln in de reserve aanwezig. Dit valt deze Najaarsnota vrij en komt ten goede aan de algemene middelen van de provincie.

De opgetelde invloed van alle bovenstaande zaken is dat het financiële budget voor 2023 voor deze beleidsprestatie van ongeveer € 32 mln met circa € 4 mln neerwaarts wordt bijgesteld. Veelal worden de lasten verplaatst naar 2024 en verder (€ 2,7 mln ofwel 7%). Gedeeltelijk vloeien bedragen terug naar de algemene middelen € (0,8 mln ofwel 2-3%). Daarnaast wordt € 0,6 mln teruggestort en bewaard in reserves voor latere afrekeningen en terugbetalingen aan het Rijk.

Elk jaar kunnen er ook na het opstellen van de Najaarsnota (juli-augustus) nog eindafrekeningen binnen komen. Die zullen soms leiden tot een teruggaaf aan de provincie. Dit effect komt dan pas bij Jaarrekening tot uiting. Dit houdt aan het eind van het jaar een risico in op een budgetoverschot ten opzichte van de Najaarsnota. Dit kan ook in 2023 spelen.

Er worden trajecten geïntensiveerd, waarvoor € 0,2 mln in beleidsprestatie 4-1-1 Innovatie stimuleren is vrijgemaakt en is verplaatst naar greenports. Het betreft onder meer innovatieprogramma’s die de transitie in de tuinbouw versnellen zoals ‘natuur inclusieve tuinbouw’.

De provincie heeft in 2021 en 2022 in totaal een bedrag van € 0,3 mln van het Rijk ontvangen voor investering in de zogeheten NOVEX-gebieden. In Zuid-Holland betreft dat de haven van Rotterdam. De plannen om deze middelen effectief te besteden zijn uitgewerkt en de uitgaven zullen in 2023 (€ 0,2 mln) en 2024 (€ 0,1 mln) plaats vinden. Het gaat om onder meer geluidsmetingen in het gebied. De rijksmiddelen worden deze Najaarsnota ter begroting gebracht van het jaar 2023.

Er hebben geen beleidsmatige bijstellingen plaatsgevonden.

Er wordt € 0,2 mln verplaatst van 2023 naar 2024 wegens langere subsidiedoorlooptijden gemeld door aanvragers voor de subsidieregeling Natuurlijke reststromen.

De langlopende ‘Uitvoeringssubsidie Herstructurering Bedrijventerreinen’ (UHB)-subsidieregeling voor herstructurering van bedrijventerreinen is bijna afgerond. Er zijn nog enkele openstaande dossiers waarin bijstellingen plaats vinden. De cijfermatige invloed is deze keer relatief beperkt. Er wordt € 0,5 mln terug gegeven aan de algemene middelen van de provincie vanwege de vaststelling en afronding van terrein Scheveningen Haven. Niet alle afgesproken activiteiten konden worden uitgevoerd.

Van het budget van € 1 mln voor onder meer inkoop van statistische gegevens voor de regionale bedrijven-, kantoren- en detailhandelmarkt zal € 0,2 mln niet worden besteed. Het bedrag gaat terug naar de algemene middelen van de provincie. Geschat wordt dat ook van de subsidieregelingen voor planvorming bedrijventerreinen en planvorming detailhandel een deel niet zal worden besteed. Er gaat in totaal € 0,3 mln naar de algemene middelen.

Net als in het jaar 2022 lijkt ook in 2023 het plafond voor de subsidieregeling Duurzaamheid op bedrijventerreinen (dit jaar € 3 mln) niet volledig te worden besteed. Momenteel is onderzoek gaande naar de achterliggende redenen. Verwacht wordt dat € 2 mln niet zal worden aangevraagd. Dit bedrag wordt bij najaarsnota alvast terug gegeven aan de algemene middelen, met de aantekening dat deze middelen uiteraard pas na het einde van de plafondperiode (31 december 2023) heringezet kunnen worden. Overigens wordt geschat dat € 0,5 mln in de maanden november en december zal worden aangevraagd en toegekend; dat houdt in dat de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten in het jaar 2024 zal vallen. Het gemoeide lastenbudget wordt daarom eveneens verplaatst van 2023 naar 2024.
Voor het bereiken van verduurzaming en energiebesparing op bedrijventerreinen wordt ook € 1,5 mln besteed via een centraal initiatief van het Instituut voor natuureducatie en duurzaamheid (IVN) dat ook middelen uit het nationaal Groeifonds toegewezen heeft gekregen. De bijbehorende activiteiten werden tot nu toe voorzien in 2023 en 2024 maar IVN kent door organisatorische wijzigingen een andere, langere looptijd. Het effect op het jaar 2023 is een budgetverlaging van € 1 mln. De middelen zijn vervolgens nodig in de jaren van de nieuwe looptijd t/m 2027 en worden in de jaren ter begroting gebracht.

Mogelijk volgen net als bij Beleidsprestatie 4-1-1 ook hier na najaarsnota nog verzoeken tot subsidievaststellingen die leiden tot een teruggaaf aan de provincie of verzoeken tot looptijdverlening. De invloed daarvan komt dan pas bij Jaarrekening tot uiting, als budgetoverschot 2023.

In 2023 zullen de beoogde inspanningen die het InnovationQuarter verricht voor het Human Capital programma niet volledig worden verricht, en worden ingezet in 2024. Er wordt daarom € 0,2 mln verplaatst naar 2024.

Net als bij van de voorjaarsnota, lukt het om bij de beleidsprestaties de geplande activiteiten grotendeels gelijk te houden.

Op enkele terreinen is toch een kleine beweging, omdat zaken gedeeltelijk in 2024 worden uitgevoerd .
De subsidieverlening voor Groot onderhoud molens zal pas plaatsvinden aan het eind van het jaar 2023, hierdoor vindt de uitvoering door subsidieontvangers grotendeels plaats in 2024. Het budget wordt navenant verplaatst, het gaat om € 0,3 mln.
Daarnaast is de planning bijgesteld voor Toerisme. Ook hiervoor geldt dat de subsidieverlening pas aan het eind van het jaar 2023 plaatsvindt en de uitvoering van activiteiten in 2024. Het budget van € 0,5 mln wordt daarom verplaatst.

Verder is de planning bijgesteld waarmee de subsidieontvangers hun activiteiten uitvoeren voor Erfgoedlijnen en Restauratie van rijksmonumenten. Het gevolg is dat circa € 1,3 mln wordt verplaatst van 2023 naar 2024 en € 0,3 mln naar 2025.
Vanwege lagere vaststellingen en intrekkingen van subsidies wordt voorzien dat in 2023 middelen voor restauratie van rijksmonumenten en erfgoedlijnen overblijven. Bij de Jaarrekening zal een voorstel worden gedaan voor de inzet van deze middelen. 

Er hebben geen beleidsmatige bijstellingen plaatsgevonden.

Er hebben geen beleidsmatige bijstellingen plaatsgevonden.